0.1 De opleiding Geo Media & Design, Aeres Hogeschool en Aeres Groep
Geo Media & Design is een op data en innovatie gerichte opleiding die young professionals klaarstoomt voor het geo-werkveld op hbo-niveau. Bij Aeres Hogeschool faculteit Almere kunnen de Nederlandstalige majors Geo Media & Design (hierna te noemen GMD – gericht op de stad) en Aarde & Klimaat (hierna te noemen A&K – gericht op het landelijke gebied en fysisch-geografische onderwerpen) gevolgd worden. De opleiding kent een instroom van ongeveer 50 studenten per jaar die in principe na vier jaar fulltime studeren klaar zijn voor het werkveld. De gehele studentenpopulatie bestaat uit ongeveer 100 personen en de opleiding heeft inmiddels ruim 30 alumni. Zie de sfeerfilm op youtube die een goede indruk geeft van de inhoud van de opleiding.
Geo Media & Design wordt gegeven aan Aeres Hogeschool faculteit Almere. Aeres Hogeschool is onderdeel van de Aeres Groep – de enige groene kennisinstelling in Nederland die op alle niveaus – van praktijkonderwijs tot masteropleidingen – groen onderwijs aanbiedt, praktijkgericht onderzoek uitvoert en ook commerciële dienstverlening biedt. De Aeres Groep werkt met collega´s, leerlingen, studenten en deelnemers, aan de Aeres strategie ‘De Groene Veranderaar’ (zie bijlage De groene veranderaar). Aeres Hogeschool is geworteld in het agrarisch en educatief hoger onderwijs en heeft als missie ‘een groene toekomst – leren als vliegwiel voor transitie’ (zie bijlage Instellingsplan). Vanuit deze missie hebben de drie faculteiten van Aeres Hogeschool elk hun eigen profiel en identiteit. Voor de faculteit in Almere is dat uitgewerkt in het identiteitsbewijs ‘zo laten wij de stad leven’ (zie bijlage Identiteitsbewijs). Aeres Hogeschool faculteit Almere verbindt zich als groene kennisinstelling aan een duurzame, leefbare toekomst, in het bijzonder in de context van de groene, gezonde en leefbare stad. Het onderzoek, het onderwijs en de projecten zijn hierop vormgegeven. Op de faculteit zijn de thema’s Food, Nature en Urban Green leidend. De majors GMD en A&K passen beiden uitstekend bij deze identiteit. Figuur 0.1 toont de organisatiestructuur van Aeres Hogeschool. De major GMD valt onder het team Samenleving & Communicatie en de major A&K onder het team Aarde & Water van Aeres hogeschool Almere. Naast de twee majors van Geo Media & Design biedt Aeres Hogeschool faculteit Almere ook de bacheloropleiding Toegepaste Biologie (waaronder majors Toegepaste Biologie en Biologie, Voeding & Gezondheid) en de bacheloropleiding Bedrijfskunde & Agribusiness (waaronder Engelstalige major European Food Business), Engelstalige masteropleiding Food Systems Innovation en masteropleiding Gezond Gedrag en Leefomgeving. In het studiejaar 2023-2024 zijn er 99 medewerkers in dienst en studeren 761 studenten bij de faculteit Almere.
0.2 Onderwijsontwikkeling en accreditaties
Kennis van het verleden is belangrijk om richting te kunnen geven aan de toekomst. Figuur 0.2 laat daarom de belangrijkste stappen in de ontwikkeling van de huidige situatie van de bacheloropleiding Geo Media & Design zien.
In 2015 startte de major GMD bij Aeres Hogeschool faculteit Almere onder het CROHO ‘Management van de Leefomgeving’ (CROHO-nummer: 34859). In 2018 werd GMD na een Toets Nieuwe Opleiding (TNO) geaccrediteerd onder het CROHO ‘Geo Media en Design’ (CROHO-nummer: 30033) en werd daarmee een eigenstandige opleiding. In 2021 beoordeelde de NVAO de zogenaamde Toets Na Drie Jaar als positief onder voorwaarden. Er volgde een herstelopdracht voor standaard 11, waarna een positief eindoordeel volgde in juni 2022.
Het visitatiepanel gaf in 2018 bij de TNO het advies om het GMD-profiel in het afstudeerjaar te expliciteren en te borgen door een geo-component en een relatie tot groene en duurzame steden te verplichten in de eindwerkstukken. Tot die tijd was Geo Media & Design niet specifiek op de stad gericht. De opleiding had ook studenten die meer interesse hadden in fysische geografie. Tegelijk bleek uit de actualiteit en werkveldoverleggen dat de wereld behoefte had aan professionals die werken aan belangrijke actuele vraagstukken rondom klimaat, bodem en water en die bovendien de brug konden slaan tussen kennis en toepassing. Daarom is in 2019 is gestart met de opsplitsing van GMD in een Urbane major en een meer aardwetenschappelijke major.
De ontwikkeling van een tweede major binnen de opleiding GMD maakte het mogelijk om duidelijker te profileren in beide majors. In studentenaantallen is de major GMD vrijwel gelijk gebleven, maar de studenten zijn tevredener over de inhoud van de vakken die zij volgen. Voor de opleiding Geo Media & Design is het studentenaantal dat instroomt verdubbeld, doordat de nieuwe major A&K redelijk populair is. Het aantal studenten per cohort is weergegeven in tabel 0.1. Opgemerkt moet worden dat klassen iets groter zijn dan hier weergegeven doordat studenten door studievertraging soms in een ander cohort vallen dan waar ze in de praktijk lessen mee volgen.
0.2 Reflectie op aanbevelingen uit eerdere accreditaties
Accreditaties leveren over het algemeen waardevolle lessen en aanbevelingen op die de onderwijskwaliteit ten goede komen. De volgende paragrafen beschrijven de aanbevelingen die uit eerdere accreditaties volgden en een reflectie op daaraan verwante ontwikkelingen.
Aanbevelingen n.a.v. de Toets nieuwe opleiding (TNO) juni 2018
Het panel kwam tot een aantal aanbevelingen, welke betrekking hebben betrekking op (a) het inhoudelijk profiel van GMD (b) de relatie met het werkveld (c) inhoud en vormgeving van de opleiding (zie bijlage Rapport TNO 2018). Hieronder worden de aanbevelingen puntsgewijs weergegeven, steeds direct gevolgd door een cursief opgemaakte reflectie.
- Het inhoudelijk profiel van GMD
- Het panel adviseert de opleiding het beroepsprofiel sterker uit te werken en een centrale plaats te geven binnen de opleiding.
Het beroepsprofiel is in navolging van de aanbeveling expliciet gemaakt; het aantal beroepsrollen is teruggebracht tot een overzichtelijk aantal van vier. In iedere module staat één beroepsrol centraal. Bij de start van de ontwikkeling van de major Aarde&Klimaat in 2019 was het beroepsprofiel een van de eerste bouwstenen (bijlage: 190909 Bachelor Bodem Water Klimaat_Beroepsprofiel).
- Het panel adviseert het hbo-niveau in de opleiding te waarborgen en ervoor te zorgen dat het vaardighedenonderwijs de opleiding niet domineert.
De balans tussen vaardigheden, kennis en beroepstaak is in de onderwijsmodules van A&K meestal gelijk verdeeld. Als naar de verdeling van ECs gekeken wordt bij GMD lijkt het vaardighedenonderwijs nog steeds te domineren. Dit komt mede doordat het een opleiding is die gericht is op het hebben van praktische kennis van een grote variatie aan technologische oplossingen en innovaties. Die kennis wordt opgedaan door praktisch aan de slag te gaan met specifieke technologie. Toch kan meer tijd worden besteed aan het opdoen van kennis over de onderliggende technologie en bijbehorende principes of processen en minder aan het werken met een bepaalde technologie. Je geeft bijvoorbeeld les in het doen van analyses met geografische informatie systemen (GIS) en niet persé in de programma’s ArcGIS of QGIS. Bij punt 3 wordt hier verder op ingegaan.
- Het panel adviseert de opleiding het beroepsprofiel sterker uit te werken en een centrale plaats te geven binnen de opleiding.
Het hbo-niveau wordt op dit moment duidelijk gehaald gezien de tevredenheid van stagebieders en de expert-rol die studenten al snel aannemen tijdens hun stages. Daarnaast kan een student die de bachelor A&K afrondt zo verder studeren bij de master Earth Sciences van de UvA. Tegelijk blijkt bij integrale projecten met studenten Toegepaste Biologie dat de GMD-studenten inhoudelijk minder sterk zijn en kan men zich afvragen of de grote hoeveelheid technische vaardigheden die geleerd worden niet meer bij een mbo-opleiding horen. Er wordt op dit moment verkend of het hbo-niveau beter gewaarborgd kan worden door het instellen van een facultaire commissie en/of grotere samenwerking op curriculum-niveau met de overige opleidingen en lectoraten binnen Aeres.
- Het panel adviseert een kennisleerlijn te ontwikkelen en duidelijk te maken hoe die doorwerkt in de opleiding.
Volgens de onderwijsvisie van Aeres wordt les gegeven in modules die een integrale leerlijn kennen, een kennis-leerlijn en een vaardigheden-leerlijn. Vanuit de merkbelofte “Laat de stad leven” en het profiel van de faculteit is GMD de afgelopen jaren scherper geprofileerd als een urbane opleiding. De kennis-leerlijn van GMD reflecteert dit doordat een meerderheid van de kennis-vakken over urbane vraagstukken en stedelijke ontwikkeling gaan. Bij A&K focust de kennisleerlijn zich op klimaatbestendige water- en bodemsystemen. Ook is er moeite gedaan om in trainingen meer aandacht te geven aan de theorie die ten grondslag ligt aan design en data-vakken. Zo zijn er vakken geïntroduceerd die getoetst worden met een schriftelijk tentamen. Omdat deze echter te weinig leerrendement opleverden is deze toetsvorm veelal weer teruggedraaid naar een praktijkopdracht. Bij een herziening van het curriculum zal weer gekeken worden naar de mogelijkheid meer theoretische kennis te toetsen door middel van tentamens, maar ook door aanpassing van de beoordelingsmodellen van trainingen.
Beide majors hebben verschillende kennisleerlijnen gedefinieerd waarvan bekend is hoe de opleiding binnen die leerlijn constant voortborduurt op bestaande kennis. GMD kent de leerlijnen geografie, geodata, design en nieuwe media. Aarde & klimaat hanteert de leerlijnen water en bodem. Daarnaast kennen beide majors de leerlijnen onderzoeken, ethiek en een leerlijn gericht op persoonlijke en professionele ontwikkeling.
- Het panel adviseert de leerlijn Ethiek verder uit te werken en ervoor te zorgen dat deze voldoende terugkomt in de verschillende modules, in het bijzonder als reflectie op de vaardigheden.
Ethiek kent inmiddels een eigen leerlijn startend in jaar 1 en doorlopend tot in het afstudeerjaar. Deze leerlijn kent een opbouw waarbij het thema ‘geo-data in onze digitale maatschappij’ een centrale rol speelt, evenals de thema’s duurzame stedelijke ontwikkeling en milieu en klimaat. De volgende stap is om (data-)ethiek ook binnen groepsopdrachten en de individuele stages/afstudeerproducten terug te laten keren als reflectiemoment.
- De relatie met het werkveld
- Het panel adviseert de opleiding om de eisen en de procedures bij de beoordeling van opdrachten, stageplekken en begeleiders goed door te nemen en waar nodig aan te scherpen.
Procedures en beoordelingsformulieren zijn tegen het licht gehouden en verbeterd. Zo is de screening die van potentiële stageopdrachten, -plekken en – begeleiders uitgebreid ten opzichte van voorheen. Ook zijn meer contact- en intervisiemomenten ingebouwd in stages en is er een nieuwe afstudeerrol met geheel herziene beoordelingscriteria die beter aansluiten op Design Thinking. Sinds 2018 hebben bovendien tientallen studenten stage gelopen waardoor de ‘best practices’ van begeleiders zijn doorgegeven.
- Het panel adviseert de opleiding om de eisen en de procedures bij de beoordeling van opdrachten, stageplekken en begeleiders goed door te nemen en waar nodig aan te scherpen.
- Het panel is van mening dat de opleiding een eigen kennispositie moet opbouwen, en dat kan alleen als het onderzoek niet alleen gebruik maakt van de derde geldstroom, maar ook van de eerste geldstroom. Een lector die zich bezig houdt met sociaal ruimtelijke ontwikkelingen in een digitale wereld zou op termijn een serieuze overweging kunnen zijn.
De lectoraten ‘Groene & Vitale Stad’ en ‘Innovatie & Groenstedelijke Ruimte’ en ‘Meten is weten: gezond oppervlaktewater door innovaties in monitoring, modellering en maatregelen’ en ‘Ecologie IJsselmeergebied’ worden betrokken bij onderwijsmodules door het bieden van opdrachten voor modules, gastlessen, en het bieden van stageplekken.
- Inhoud en vormgeving van de opleiding
- Het panel adviseert de opleiding om te borgen dat de stage en externe opdrachten goed geïntegreerd zijn in het onderwijs.
Aeres Hogeschool hanteert het vierogenbeleid, waarbij altijd (minimaal) twee gekwalificeerde docenten toetsen ontwerpen en beoordelen. Dit is ook het geval bij stages en afstudeerproducten. Het werkveld heeft alleen een adviserende rol.
- Het panel adviseert om de uitval goed te monitoren en zo nodig het voorlichtingsmateriaal aan te passen.
De uitval wordt gemonitord, bij uitstroom houdt de mentor een exitgesprek en de reden van uitval wordt faculteitsbreed bijgehouden, zodat hierop gereflecteerd en gestuurd kan worden. Het voorlichtingsmateriaal is ook aangepast en er wordt moeite gedaan om met name te tonen wat we daadwerkelijk doen in lessen. Studenten geven aan dat de opleiding nu beter klopt met de voorlichting die zij gehad hebben.
- Het panel adviseert om samen met de studenten na te gaan op welke manier de opleiding de technologische voorzieningen kan versterken om ervoor te zorgen dat GMD voorop blijft lopen.
In het ontwerp van het nieuwe faculteitsgebouw is een Geolab ingericht met hoogstaande technische voorzieningen. Zo is er een muur-groot beeldscherm, zijn er een 7-tal VR-brillen, Eye-tracking brillen, een 360° camera en GPS consoles. De computers worden in 2024 vernieuwd en met nog betere grafische kaarten uitgerust zodat zij 3D- en animatiesoftware goed kunnen visualiseren. Studenten hebben ook toegang tot online faciliteiten zodat websites live gepubliceerd kunnen worden.
- Het panel adviseert om de rol van de opleidingscommissie te versterken.
De opleidingscommissie van GMD is goed in stelling gebracht en gevuld met studenten van beide majors, alle studiejaren, en docenten. De regelmatige vergaderingen worden goed vastgelegd, en op hieruit voorkomende actiepunten wordt snel en adequaat gereageerd door het formuleren en doorvoeren van acties door studieleiders en kwaliteitszorg.
- Het panel adviseert de opleiding om bij (de beoordeling van) groepsopdrachten ook altijd een individuele component toe te voegen.
Bij diverse groepsopdrachten is inmiddels een individuele component doorgevoerd, dit is ook vereist vanuit de nieuwe onderwijsvisie. Zo is bijvoorbeeld peer feedback, het bijhouden van logboeken en/of een persoonlijk reflectieverslag onderdeel van de beoordeling. Deze aanbeveling viel binnen de scope van de Toets Na Drie Jaar (2021), het panel was toen van mening dat de opleiding de adviezen voortvarend heeft opgepakt.
Toets na 3 jaar (juni 2021) en daaropvolgende herstelopdracht op standaard 11 (juni 2022)
- Het panel vraagt om explicitering van aspect ‘groene en duurzame steden’, en om een breder palet aan beroepsrollen in het afstudeerwerk(zie bijlagen Rapport Toets na 3 jaar 2021 en Rapport herstelopdracht 2022)
Het borgen van het geo-profiel en het aspect ‘groene en duurzame steden’ komt nu vroeger in het curriculum dan in het afstudeerjaar terug. De major GMD profileert zich duidelijker op de stad, sinds er ruimte is vrijgekomen uit vakken die speciaal op fysische geografie toespitsten (die zitten nu in de major A&K). Bij het afstuderen kan er nu naast een afstudeeronderzoek ook gekozen worden voor afstuderen op basis van een ontwerp. Inmiddels loopt er ook een pilot voor afstuderen met een adviesrapport. Door de profilering van GMD als Urban en op technologie gericht kiezen studenten ook steeds vaker voor technische onderwerpen voor hun afstuderen. Wat we nog graag zouden zien is dat er ook meer geografische analyses gedaan zouden worden.
- In juni ’22 was het in feite nog vroeg om concrete resultaten van de verhoogde inzet [voor verbetering van eindwerken, nb.] na januari 2021 vast te stellen
Sinds het bezoek van het panel zijn de inspanningen voortgezet om de eindwerken te verbeteren. Zeker 21 studenten hebben sinds januari 2021 hun studie afgerond. De kwaliteit van de eindwerken varieert natuurlijk, maar overall zien we een verbetering van zowel de inhoud als de kwaliteit. We presenteren de eindwerken dan ook met vertrouwen en zijn trots op onze studenten.